Zeno en co

Arja Kerpel

Arja Kerpel - Leerkracht en specialist hoogbegaafdheid

Informatie

Prijs	11.95
Leeftijd	3 - 7 jaar
Aantal spelers	N.v.t.
Uitgever	Abimo
Speelduur	20 minuten

Inhoud

Het prentenboek Zeno en co, met achterin een pagina uitleg over begaafdheid.

Dit boek is helaas niet meer leverbaar. We laten de recensie staan, omdat je er wellicht tweedehands nog aan kunt komen.

hoogbegaafd, zeno en co, prentenboek hoogbegaafdheid, hoogbegaafd kind

Beschrijving

Zeno is hoogbegaafd. Naar school gaan, dat vindt hij niet altijd leuk. Want… wat moet hij doen als de les te langzaam gaat? Als hij niets nieuws leert? Soms is Zeno bang om fouten te maken. Of zijn klasgenootjes begrijpen hem verkeerd. Al deze dingen zijn monstertjes voor Zeno. En die monstertjes zitten hem weleens in de weg…

In het boek Zeno en co laat Inne Van den Bossche zien tegen welke problemen – ‘monstertjes’- hoogbegaafden aan kunnen lopen. Deze problemen verbeeldt zij door:

Het ik wil leren-monster: Verveling/leerhonger. Hoogbegaafde kinderen hebben vaak genoeg aan 10% herhalingsstof. Het eindeloze herhalen van leerstof is een pure kwelling.
Het ik durf niet-monster: Perfectionisme/faalangst. Hoogbegaafde kinderen leggen de lat voor zichzelf vaak erg hoog. Soms durven ze daardoor niet eens aan een taak te beginnen, uit angst om fouten te maken.
Het ik ben anders-monster: Hooggevoeligheid. Hoogbegaafde kinderen denken vaak veel verder na dan leeftijdsgenootjes.
Het ik ben het beu-monster: Frustratie. Deze frustratie kan verschillende oorzaken hebben; de verveling, het anders-voelen, enz.

Inne Van den Bossche geeft zelf al aan, dat dit boek een beperkte weergave is van wat een hoogbegaafd kind kan zijn. Er zijn nog veel meer kenmerken:

Uitzonderlijke intelligentie
Sterk rechtvaardigheidsgevoel
Zeer kritische instelling
Grote creativiteit
Ongelooflijk concentratievermogen
Groot gevoel voor humor

Samen een prentenboek lezen is een mooie kans om met elkaar in gesprek te gaan. Dit boek is op twee manieren te gebruiken:

Om samen te lezen met een hoogbegaafd kind.
Om in gesprek te gaan als leerkrachten onderling.

In gesprek met het hoogbegaafde kind

Als leerkracht, ouder of coach biedt dit boek genoeg aanknopingspunten om te praten over de problemen waar hoogbegaafde kinderen tegenaan kunnen lopen. Enkele tips voor een gesprek:

Lees het boek eerst in zijn geheel. Het kind kan zich dan helemaal identificeren met Zeno.
Geef het kind na het lezen eerst ruimte voor een reactie.
Bedenk vooraf welke vragen je wilt stellen. Open vragen, gesloten vragen. Enkele vragen kunnen zijn:
- Zeno heeft last van monstertjes. Hoe is dat bij jou? Als het kind bevestigend antwoordt; kun je vragen: Van welke monsters? Je kunt de monsters ook één voor één langslopen: Zeno heeft last van … Herken jij dat?
- Hoe ga je daar mee om?
- Zeno’s monstertjes zijn soms groot, soms klein. Hoe is dat bij jou? Wanneer zijn jouw monstertjes groot, wanneer zijn ze klein?
- Zeno gaat naar de plusklas. Daar kun je ook over doorpraten.
Laat stiltes vallen. Vaak ben je gewend om zelf te gaan praten als het even stil is, maar stiltes zijn goed. In stilte kun je rustig nadenken. En de kans dat het kind meer vertelt, wordt groter.
Leef mee, wees invoelend.

In gesprek met leerkrachten

Zeno en co speelt zich af in de schoolsituatie. Daarom is het erg geschikt om erover in gesprek te gaan als leerkrachten onderling. Vragen hierbij kunnen zijn:

Hoe zie jij de Zeno in jouw klas?
Wat doe je om verveling bij Zeno tegen te gaan? Hoe daag je hem uit?
Hoe pak je Zeno’s perfectionisme/faalangst aan?
Hoe ga je om met Zeno’s gevoeligheid?
Hoe leer je Zeno omgaan met zijn frustratie?
Wat vind je van de rol van de leerkracht?
Zeno gaat naar de plusklas. Is er in school genoeg ruimte voor contacten met peers?

Beoordeling

In het boek Zeno en co kruip je in de huid van het hoogbegaafde kind. Daardoor is het voor hoogbegaafde kinderen erg herkenbaar. Zelf gebruik ik dit boek met name bij jongere kinderen. Mijn ervaring is dat kinderen het prettig vinden om aan de hand van iets concreets (bijvoorbeeld een boek of coachkaarten) te praten. Een open gesprek is voor jonge kinderen soms lastig: Hoe lang gaat het duren, waar gaan we het over hebben? Nu is het voor kinderen heel duidelijk wat je gaat doen, en voor jezelf is het fijn om een leidraad als aanknopingspunt te hebben. Het gesprek verloopt zo heel natuurlijk.

Tot slot

De titel is leuk verzonnen, echt een doordenkertje. Het boek is aansprekend vormgegeven. Het kan een handig hulpmiddel zijn in het gesprek over begaafdheid. Ik kan dit boek aanraden!

Noot: het boek is inmiddels helaas uitverkocht. Wellicht kun je er tweedehands nog aankomen.