5 minuten Taal
>> 5 minuten Taal direct bestellen.
Informatie |  | ||||
| Prijs | 19.95 | ||||
| Leeftijd | 4 - 12 jaar | ||||
| Aantal spelers | 2 - 30 | ||||
| Uitgever | Bazalt / OMJS | ||||
| Speelduur | 5 - 10 minuten | ||||
Inhoud
In een kartonnen doosje:
- 40 kaarten met 5-minuten activiteiten op A6-formaat, geschreven door Alette Schoenmaker, Ilse Meelker en Margreet Christians
- Een algemene handleiding op 1 kaart
- Een inhoudelijke toelichting op 2 kaarten
Beschrijving
5 minuten taal bestaat uit 40 kaartjes, met daarop de volgende informatie:
- Voor welke jaargroep de activiteit geschikt is.
- Het taaldomein waaronder de activiteit valt.
- De benodigdheden. Meestal zijn dit eenvoudige, voor de hand liggende voorwerpen.
- De uitleg van de activiteit.
- Soms een tip of suggestie voor variatie; hierdoor is ook differentiatie mogelijk.
Voorbeeldkaartje: Woorden joggen
5 minuten taal is een onderdeel uit de reeks 5-minutenspelletjes. Het doel van deze serie is het ervaren en spelenderwijs leren van taalvaardigheden middels interactieve werkvormen.
Kenmerkend voor alle activiteiten in deze 5-minutenreeks is dat ze een brug slaan tussen inspannende en ontspannende activiteiten. In de serie zijn de volgende sets verschenen:
- 5 minuten bewegen
- 5 minuten tussendoor
- 5 minuten focus
- 5 minuten coöperatief
- 5 minuten rekenen
- 5 minuten taal
- 5 minuten creatief denken
- 5 minuten leiding geven
- 5 minuten Engels
- 5 minuten drama
- 5 minuten formatief
- 5 minuten muziek
Voorbeeldkaartje: Klankenwinkeltje
Beoordeling
Ontwikkelingsgebieden
Er worden zeven verschillende taaldomeinen onderscheiden De meeste kaarten vallen onder meer dan een domein. Bij elk domein wordt een voorbeeld gegeven van een activiteit.
- Geletterdheid/Technisch lezen (12 kaarten). Woorden maken met leerlingen die een lettershirt aan hebben, of een letter op hun rug geplakt.
- Begrijpend Lezen (7 kaarten) Personen raden, maar dan toegepast op personages uit boeken die de hele klas kent.
- Woordenschat (14 kaarten) Leerlingen staan in een kring en de leerkracht noemt een categoriewoord, bijvoorbeeld ‘dieren’ of ‘landen’. De bal wordt overgegooid en wie de bal heeft noemt steeds een woord uit die categorie. Variatie: het woord begint met de laatste letter van het vorige woord: bijvoorbeeld aap - pinguïn
- Spelling (10 kaarten) De leerlingen gaan op zoek naar woorden die in een ander woord verstopt zitten.
- Stellen (3 kaarten) Raadt het ‘dubbelwoord’ dat de ander tekent: Bijvoorbeeld klokhuis: een leerling tekent een klok en een huis, de ander moet het raden.
- Taal algemeen (9 kaarten) Kinderen krijgen twee verschillende kleuren post-its: Ze plakken de gele op ‘het-woorden’ en de roze op ‘de-woorden’; het gaat om voorwerpen in de klas of de directe omgeving.
- Leesmotivatie (6 kaarten) Leerlingen krijgen een wegwerphandschoen met op elke vinger een symbool die een vraag over een gelezen boek voorstelt. De kinderen geven elkaar een high five en laten een vinger zien. Aan de hand van de vraag vertellen ze elkaar over het boek dat ze gelezen hebben.
Tot slot
Door het gebruik van interactieve werkvormen worden verschillende leerstijlen geprikkeld. De activiteiten zijn actief van aard en zorgen voor een optimale betrokkenheid. De activiteiten zijn gericht op het automatiseren, herhalen en inoefenen van taalvaardigheden. Ze hebben niet als doel de klassikale instructie te vervangen. Sommige activiteiten kunnen ook - of zelfs bij voorkeur - buiten de klas gedaan worden.
De stevig uitgevoerde kaarten zijn heel goed te gebruiken in alle groepen van de basisschool. De kaartjes zijn logisch en duidelijk opgebouwd. Je hebt er geen ingewikkelde materialen bij nodig en de meeste activiteiten kosten niet veel tijd.
Bestellen | |||||
| Bestelpagina | 5 minuten Taal | ||||
Gerelateerd
