Het huis van Bas
Marjolein Haazebroek
Marjolein Haazebroek - Intern begeleider
>> Het huis van Bas direct bestellen.
Informatie | |||||
Prijs | 12.50 | ||||
Leeftijd | vanaf 4 jaar | ||||
Aantal spelers | 2 tot 4 spelers | ||||
Uitgever | Bas Educatie | ||||
Speelduur | ongeveer 15 - 20 minuten | ||||
Puntenbeoordeling | |||||
Educatief | |||||
Speelplezier | |||||
Differentiatie | |||||
Uitdaging | |||||
Strategie | |||||
Creativiteit | |||||
Herspeelbaarheid |
Inhoud
In een doos van stevig karton:
- 1 spelbord
- 16 kaarten met ruimten in het huis (2 keukens, muziekkamer, 2 garages, studeerkamer, hal, 2 woonkamers, bijkeuken, kinderkamer, 2 badkamers, ouderslaapkamer, babykamer, logeerkamer)
- 20 objectkaarten
- 4 pionnen
- 1 ogendobbelsteen
- 1 handleiding
Beschrijving
Doel van het spel
Iedere speler probeert zo snel mogelijk van de benedenverdieping naar de zolder te komen. De objectkaarten kunnen daarbij helpen of tegenwerken.
Spelverloop
Eerst wordt het huis van Bas met de kaarten van de kamers door de spelers ingericht. De verdiepingen kunnen daarbij naar eigen idee afwisselend met de 16 kaarten worden ingedeeld. Zo krijgt het huis van Bas iedere keer een andere indeling en zijn steeds nieuwe gesprekken mogelijk. Leg de objectkaarten omgekeerd als stapel op de tafel. Zet de pionnen van de spelers linksonder voor het huis neer.
Om de beurt wordt gegooid en wie het hoogste getal gooit mag beginnen. Het parcours begint op de benedenverdieping. Het aantal ogen dat een speler gooit, bepaalt hoeveel plaatsten zijn pion vooruit mag. Komt de speler met zijn pion op een bezette plaats, dan mag hij nog een keer gooien. Als een speler 6 gooit, neemt hij de bovenste objectkaart van de stapel en dan begint de spannende zoektocht naar het afgebeelde voorwerp in het huis van Bas.
Heeft de speler het voorwerp in een kamer gevonden? Dan zet hij zijn pion op de rode stip onder dat voorwerp en gaat zo -als hij geluk heeft- vooruit. Als hij pech heeft achteruit. De objectkaart mag hij houden. Na een 6 mag je nog een keer gooien. Als er geen objectkaarten meer zijn, mag de speler die een 6 gooit, zes plaatsen vooruit gaan. Hij mag ook dan nog een keer gooien.
Om het spel nog interessanter en spannender te maken, is variatie mogelijk. Bijvoorbeeld: niet alleen als de speler 6 gooit, maar ook als hij door een worp een rode stip bereikt, neemt hij een objectkaart en zet zijn pion op de rode stip onder het gevonden voorwerp.
Alleen wie in één keer met het juiste aantal ogen het hobbelpaard op de bovenste verdieping bereikt, is de winnaar.
Beoordeling
Het huis van Bas is écht een spel voor kleuters! Kleuters genieten ervan om naar iets te kijken wat herkenning oproept; steeds meer te ontdekken, dat aan te wijzen, te verwoorden. Daarmee maakt de uitgever waar wat er op de doos staat: 'verhalen vertellen, zinnen bouwen en de woordenschat vergroten: Het huis van Bas is een spannend spel, dat de taalontwikkeling stimuleert.'
Ontwikkelingsgebieden
Nog even de ontwikkelingsgebieden op een rij. Met Het huis van Bas kun je werken aan:
- De taalontwikkeling, met name de woordenschat
- De visuele waarneming
- Synchroom tellen en stappen zetten
- Beurtwisseling
- Omgaan met winnen en verliezen
Herkenning
Sterk aan dit spel is dat, als je de boeken van Bas kent, de plaatjes ook veel herkenning oproepen. Ze zijn gelinkt aan het boek, maar zien er nét even anders uit. Zo zie je bijvoorbeeld bij een kaartje van de garage dat opa de band van de fiets aan het oppompen is. In de slaapkamer zie je het stapelbed van Bas en Marieke en ook de woonkamer doet denken aan een plaat (met bij behorend verhaal) uit het boek Ik ben Bas.
Daardoor is het voor kleuters al een feestje om het spel uit de doos te halen: ze zien gelijk van alles wat ze 'kennen'. Maar door een ander perspectief, de vele nieuwe details en de nieuwe plaatjes, wordt de kleuter heel nieuwsgierig naar wat er nog meer te zien is. Eigenlijk voelt het alsof je op een andere dag het huis van Bas binnenstapt. Net zoals het huis van je oma of je vriendje er op verschillende dagen net even anders uit kan zien doordat er bijvoorbeeld een wasmand staat, er anders speelgoed ligt, o.i.d.
Spelen begint al bij het klaarleggen
Dan gebeurt gelijk al wat de bedoeling is: kinderen gaan praten over wat ze zien. Een leuke uitdaging is dat ze -met de losse kaartjes met kamers- zelf het huis kunnen indelen. Ze kunnen de garage onder in het huis maken, naast de keuken, of juist naast de hal. Ze kunnen een slaapkamer beneden maken, maar ook op de eerste of tweede verdieping. Dit doen ze al pratend en redenerend. Zelfs een kind dat het spel alleen speelt (wat eigenlijk niet hoort, maar wat wel kan) hoor je het hardop verwoorden waarom het de kamers op die plek neerlegt... of toch ergens anders.
Als ze met elkaar zijn ontstaat vanzelf overleg. Het ene kind wil een ruimte hier, het andere liever ergens anders, waardoor ze in gesprek zijn. Als ze het spel wat vaker gespeeld hebben komt de kleuterhumor om de hoek kijken: de keuken helemaal boven in het huis, alle slaapkamers benenden, enz. De mogelijkheden zijn groot en daarmee het spelplezier ook. Dit is alleen nog maar de spelvoorbereiding.
Woordenschat
Vervolgens gaan ze spelen. Doordat ze de objectkaarten mogen pakken gaan ze op zoek naar details. De kinderen hebben de neiging om al snel aan te wijzen waar iets te vinden is, maar door ze te leren om met woorden te omschrijven waar het detail te vinden is, kan je een mooie verdieping op gang brengen voor de oudere kleuter. Dan hoor je zinnen als 'het staat in de keuken' of 'het is een speldenkussen, dus het ligt in de naaikamer'.
Als kinderen het spel meerdere keren achter elkaar in dezelfde staat spelen, gaan ze het spel heel snel spelen. Dat komt omdat ze dan alles weten te vinden. Maar als ze dan de kaartjes anders leggen, moeten ze opeens weer zoeken en zijn ze druk in gesprek. Al pratend en kijkend wordt hun woordenschat groter, bouwen ze langere zinnen en oefenen ze voorzetsels.
Tot slot
Zeker de eerste keer is het wel even pittig voor een kind als ze al best ver zijn op hun weg naar de zolder en ze moeten door een objectkaart opeens terug naar beneden. Het voelt alsof ze af zijn... iets wat een kleuter vaak moeilijk vindt. Het scheelt als ze kort daarna ervaren dat ze door een objectkaart ook weer vrij snel op de bovenverdieping terecht komen. Een stukje begeleiding aan het begin is hierbij wel gewenst.
Ik heb maar één minpuntje ontdekt aan het spel en dat zit in de uitvoering: de kartonnen doos, met papieren binnenkant waarin de kaartjes vastzitten. Voor onhandige kleuterhanden is de doos lastig open te maken. En de papieren binnenkant kan vrij snel uitscheuren. Als je die echter verwijdert liggen alle kaartjes los in de doos. Dit zou te verhelpen zijn door stiekjes om de kaartjes te doen, of de kaartjes in een klein plastic doosje in de grote doos te bewaren.
Dit neemt niet weg dat het een erg leuk, uitdagend en zeer geschikt spel is om te werken aan de taalontwikkeling van kleuters.
Bestellen | |||||
Bestelpagina | Het huis van Bas |